switch
Nederlands
Woordafbreking
- switch
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘schakelaar’ voor het eerst aangetroffen in 1989 [1]
- van Engels switch [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | switch | switches |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
switch m
- in een korte tijd optredende verandering
- (sport) wissel van spelers
- (economie) uitruil van effecten
- (elektrotechniek) onderdeel van een toestel of systeem dat twee of meer verschillende standen in kan nemen die de werking bepalen
- (communicatie) onderdeel van een communicatienetwerk dat de verbinding tussen paren aansluitingen tot stand brengt
- (informatica) instructie die bepalend is voor de verdere werking van een programma
- instelling die als code bij het starten aan een programma wordt meegegeven
- instructie in een programmeertaal die tot verschillende actie kan leiden, afhankelijk van de waarde van een expressie
- (seksualiteit) iemand die in bdsm-relaties zowel de dominante als de onderdanige rol kan spelen
Synoniemen
- [1] schakelaar
- [2] omschakeling, omzetting, overgang
Werkwoord
vervoeging van |
---|
switchen |
switch
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van switchen
- Ik switch.
- gebiedende wijs van switchen
- Switch!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van switchen
- Switch je?
Gangbaarheid
- Het woord switch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'switch' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
Engels
Zelfstandig naamwoord
switch
- dun zweepje, spitsroede, rotting
- (elektrotechniek) schakelaar
- (spoorwegen) wissel
- (figuurlijk) omschakeling, plotselinge verandering
- (communicatie) onderdeel van een communicatienetwerk dat de verbinding tussen paren aansluitingen tot stand brengt
- (informatica) instructie die bepalend is voor de verdere werking van een programma
- instelling die als code bij het starten aan een programma wordt meegegeven
- instructie in een programmeertaal die tot verschillende actie kan leiden, afhankelijk van de waarde van een expressie
- (seksualiteit) iemand die in bdsm-relaties zowel de dominante als de onderdanige rol kan spelen
- plukje lange haren aan het eind van een staart
- bosje nagebootst haar als aanvulling op een kapsel
Werkwoord
switch
- overgankelijk slaan (met een zweepje)
- overgankelijk zwaaien (met een staart)
- overgankelijk omschakelen, overschakelen
- overgankelijk wisselen, verwisselen
- onovergankelijk een overgang maken, veranderen
Overerving en ontlening
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.