stotig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stotig    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈsto.təχ/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈsto.təx/
Woordafbreking
  • sto·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van stoten met het achtervoegsel -ig.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen stotigstotigerstotigst
verbogen stotigestotigerestotigste
partitief stotigsstotigers-

Bijvoeglijk naamwoord

stotig

  1. met horten en stoten, ongelijkmatig
    • Het hertenzwijn heeft een stotige gang. 
  1. geneigd tot stoten
    • Stotig vee mag niet zomaar loslopen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord stotig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
46 %van de Nederlanders;
44 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.