sting

Engels

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
sting stings

sting

  1. angel m
vervoeging
onbepaalde wijs to sting
he/she/it stings
verleden tijd [[stung<br />stang]]
voltooid
deelwoord
stung
onvoltooid
deelwoord
stinging
gebiedende wijs sting

Werkwoord

sting

  1. steken
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.