stroomstoot

Nederlands

stekkerdoos met bescherming tegen stroomstoten
Uitspraak
Woordafbreking
  • stroom·stoot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stroomstoot stroomstoten
verkleinwoord stroomstootje stroomstootjes

Zelfstandig naamwoord

stroomstoot m [1]

  1. plotselinge, sterke, kortdurende elektrische stroom
    • Ook in Duitsland was er veel onweer. Bij een jeugdvoetbalwedstrijd in de plaats Hoppstädten werden drie mensen eveneens door een bliksemschicht getroffen. De enorme stroomstoot zorgde bij de 45-jarige scheidsrechter voor een hartstilstand. Dankzij hartmassage overleefde de man echter. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stroomstoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.