stroomstoot
Nederlands
![](../I/m/Surge_protector.jpg)
stekkerdoos met bescherming tegen stroomstoten
Woordafbreking
- stroom·stoot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stroom en stoot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stroomstoot | stroomstoten |
verkleinwoord | stroomstootje | stroomstootjes |
Zelfstandig naamwoord
stroomstoot m [1]
- plotselinge, sterke, kortdurende elektrische stroom
- Ook in Duitsland was er veel onweer. Bij een jeugdvoetbalwedstrijd in de plaats Hoppstädten werden drie mensen eveneens door een bliksemschicht getroffen. De enorme stroomstoot zorgde bij de 45-jarige scheidsrechter voor een hartstilstand. Dankzij hartmassage overleefde de man echter. [2]
Gangbaarheid
- Het woord stroomstoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stroomstoot' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.