stoter

Nederlands

[3] stoter oude munt
Uitspraak
  • Geluid:  stoter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstotər/
Woordafbreking
  • sto·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling stoten met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord stoter stoters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

stoter m [2]

  1. iets of iemand die stoot
  2. stamper van een bloem
  3. oude munt met een waarde van 12,5 cent
Hyponiemen
  • [1] uitstoter, kogelstoter
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stoter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.