stereo

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ste·reo
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ruimtelijk klinkend’ voor het eerst aangetroffen in 1967 [1]
  • Van het Griekse "στερεός" (stereos), "stevig, solide"
enkelvoud meervoud
naamwoord stereo stereo's
verkleinwoord stereootje stereootjes

Zelfstandig naamwoord

stereo v

  1. (elektronica) stereofonie
  2. (elektronica) stereo-installatie
  3. (wiskunde) stereometrie
stellend
onverbogen stereo
verbogen -

Bijvoeglijk naamwoord

stereo

  1. (elektronica) (van geluid) over twee sporen of kanalen.
    • Het geluid was stereo en van goede kwaliteit. 
Antoniemen
Hyponiemen
  • dolbystereo
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord stereo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.