stereo
Nederlands
Woordafbreking
- ste·reo
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘ruimtelijk klinkend’ voor het eerst aangetroffen in 1967 [1]
- Van het Griekse "στερεός" (stereos), "stevig, solide"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stereo | stereo's |
verkleinwoord | stereootje | stereootjes |
Bijvoeglijk naamwoord
stereo
- (elektronica) (van geluid) over twee sporen of kanalen.
- Het geluid was stereo en van goede kwaliteit.
Hyponiemen
- dolbystereo
Afgeleide begrippen
|
Gangbaarheid
- Het woord stereo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stereo' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.