stereotiep
Nederlands
Woordafbreking
- ste·reo·tiep
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onveranderlijk’ voor het eerst aangetroffen in 1858 [1] [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | stereotiep | stereotieper | stereotiepst |
verbogen | stereotiepe | stereotiepere | stereotiepste |
partitief | stereotieps | stereotiepers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
stereotiep
- bij elke gelegenheid terugkerend
- Buitenlandse studenten hebben last van stereotype denkpatronen en uitingen van hun Nederlandse medestudent. Dat brengt een enquête onder internationale studenten in Groningen aan het licht.[3]
Hyponiemen
- genderstereotiep
Afgeleide begrippen
- stereotiepdruk, stereotiepplaat
Gangbaarheid
- Het woord stereotiep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stereotiep' herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "stereotiep" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- stereotiep op website: Etymologiebank.nl
- Trouw Naïm Derbali- 15:30, 31 maart 2018 'De Nederlandse directheid is soms kwetsend voor buitenlandse studenten'
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.