stereoscopisch
Nederlands
Woordafbreking
- ste·reo·sco·pisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Griekse 'stereos' (vast, stijf) met het achtervoegsel -scopisch [1]
- afgeleid van stereoscopie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | stereoscopisch | stereoscopischer | |
verbogen | stereoscopische | stereoscopischere | |
partitief | stereoscopisch | stereoscopischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
stereoscopisch
- met gebruikmaking van een stereoscoop, volgens de beginselen van de stereoscopie
Gangbaarheid
- Het woord stereoscopisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stereoscopisch' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.