standaardtaal
Nederlands
Woordafbreking
- stan·daard·taal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van standaard en taal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | standaardtaal | standaardtalen |
verkleinwoord | standaardtaaltje | standaardtaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
standaardtaal v/m
- (taalkunde) officieel vastgelegde taalvorm die binnen een bepaald gebied als de voorgeschreven norm geldt
- Het verdwijnen van de uniforme standaardtaal.
Vertalingen
1. officieel vastgelegde taalvorm die binnen een bepaald gebied als de voorgeschreven norm geldt.
Gangbaarheid
- Het woord standaardtaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'standaardtaal' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.