spoorweg
Nederlands
Woordafbreking
- spoor·weg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spoor ww en weg
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spoorweg | spoorwegen |
verkleinwoord | spoorweggetje spoorwegje |
spoorweggetjes spoorwegjes |
Zelfstandig naamwoord
spoorweg m
- (spoorwegen) pad dat middels de aanleg van rails en bielzen geschikt gemaakt is voor treinvervoer
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- spoorwegknooppunt, spoorwegmaatschappij, spoorwegonderneming, spoorwegovergang, spoorwegrijtuig, spoorwegstaking, spoorwegstation
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord spoorweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spoorweg' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Afrikaans
Uitspraak
geluid
Woordafbreking
- spoor·weg
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.