speciaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  speciaal    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /spe.ˈʃaːl/[1]
    • (Vlaanderen, Brabant): /spe.ˈsjaːl/[1]
    • (Limburg): /spe.si.ˈjal/[2]
Woordafbreking
  • spe·ci·aal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bijzonder’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [3]
  • afgeleid van het Latijnse 'speciēs' soort met het achtervoegsel -aal [4]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen speciaalspecialerspeciaalst
verbogen specialespecialerespeciaalste
partitief speciaalsspecialers-

Bijvoeglijk naamwoord

speciaal

  1. op een positieve manier anders dan het andere
  2. uitzonderlijk, zich onderscheidend
    • Zijn speciale kleding is ongewoon 
  1. ongewoon
  2. opvallend
  3. in het bijzonder
    • Hij deed speciaal zijn best op dat schilderij 
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord speciaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Bron: het Uitspraakwoordenboek van Josée Heemskerk en Wim Zonneveld (Het Spectrum, 2000, ISBN 902744482X).
  2. Het Uitspraakwoordenboek van Josée Heemskerk en Wim Zonneveld (Het Spectrum, 2000, ISBN 902744482X) geeft geen vermelding van een afwijkende uitspraakvariant van dit en andere woorden bij de standaardtaalsprekers in Nederlands-Limburg.
  3. "speciaal" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  4. speciaal op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.