spaakbeen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spaakbeen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈspakbeɪn/ (Nederland), /ˈspakben/ (Vlaanderen)
Woordafbreking
  • spaak·been
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spaakbeen spaakbeenderen
verkleinwoord spaakbeentje spaakbeentjes

Zelfstandig naamwoord

spaakbeen o

  1. (anatomie) een van de twee beenderen van de onderarm
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spaakbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.