soeverein

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • soe·ve·rein
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vorst’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
  • [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord soeverein soevereinen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

soeverein m

  1. (politiek) heerser met een aan geen hoger gezag ondergeschikte macht
  2. schuine kant
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen soevereinsoevereinersoevereinst
verbogen soevereinesoevereineresoevereinste
partitief soevereinssoevereiners-

Bijvoeglijk naamwoord

soeverein

  1. van geen hoger gezag afhankelijk
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord soeverein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.