alleenheerser
Nederlands
Woordafbreking
- al·leen·heer·ser
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van alleen en heerser
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alleenheerser | alleenheersers |
verkleinwoord | alleenheersertje | alleenheersertjes |
Zelfstandig naamwoord
alleenheerser m
- iemand die met onbeperkte oppermacht regeert
- De alleenheerser werd gehaat door zijn volk.
Vertalingen
1. iemand die met onbeperkte oppermacht regeert
Gangbaarheid
- Het woord alleenheerser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.