snip

Snip [1]

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snip
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘steltloper’ voor het eerst aangetroffen in 1280 [1] [2] [3] [4]
enkelvoud meervoud
naamwoord snip snippen
verkleinwoord snipje snipjes

Zelfstandig naamwoord

snip v/m

  1. (vogels) een steltloper uit de familie Scolopacidae
  2. (informeel) een briefje van honderd gulden
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord snip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.