wulp
![](../I/m/Numenius_arquata_Reculver.jpg)
Een wulp.
Nederlands
Woordafbreking
- wulp
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘steltloper’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1595 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wulp | wulpen |
verkleinwoord | wulpje | wulpjes |
Zelfstandig naamwoord
wulp m
- (vogels) Numenius arquata
, een vogel uit de familie van de snipachtigen (Scolopacidae)
Hyponiemen
- dunbekwulp, regenwulp, waterwulp
Afgeleide begrippen
- wulpennest
Vertalingen
1. Numenius arquata, een vogel uit de familie van de snipachtigen (Scolopacidae)
|
|
Gangbaarheid
- Het woord wulp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wulp' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.