grutto

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grut·to
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘steltloper’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1770 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord grutto grutto's
verkleinwoord gruttootje gruttootjes

Zelfstandig naamwoord

grutto m

  1. (vogels) Limosa limosa; typische weidevogel en een van de grootste steltlopers
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord grutto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
24 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.