grutto
Nederlands
Woordafbreking
- grut·to
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘steltloper’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1770 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grutto | grutto's |
verkleinwoord | gruttootje | gruttootjes |
Zelfstandig naamwoord
grutto m
- (vogels) Limosa limosa; typische weidevogel en een van de grootste steltlopers
Vertalingen
1. typische weidevogel
Gangbaarheid
- Het woord grutto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'grutto' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
24 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.