steltloper

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stelt·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord steltloper steltlopers
verkleinwoord steltlopertje steltlopertjes

Zelfstandig naamwoord

steltloper m

  1. iemand die op stelten loopt
    • In het circus zijn vaak wel steltlopers te vinden. 
  1. een waadvogel op lange poten
    • Een kluut en een grutto zijn steltloper. 

Gangbaarheid

  • Het woord steltloper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.