smerig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sme·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van smeren met het achtervoegsel -ig [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen smerigsmerigersmerigst
verbogen smerigesmerigeresmerigste
partitief smerigssmerigers-

Bijvoeglijk naamwoord

smerig

  1. bijzonder vuil
    • Doe eerst die smerige broek eens in de was! 
  1. zeer slecht van smaak
  2. schunnig, gemeen
    • wat een smerige streek is dat! 
    • Rondom Albert hield iedereen even de adem in. Toen barstte het geschreeuw los. De smeerlappen. Die moffen zijn nog geen steek veranderd, wat een smerig tuig! Barbaren, enz. En dan ook nog een jonge en een oude man! [2] 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord smerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. smerig op website: Etymologiebank.nl
  2. Lemaitre, Pierre "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 14
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.