vunzig
Nederlands
Woordafbreking
- vunĀ·zig
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vunzig | vunziger | vunzigst |
verbogen | vunzige | vunzigere | vunzigste |
partitief | vunzigs | vunzigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vunzig
- onaangenaam doordat het zich van de goede smaakt niets aantrekt, vaak betrekking hebbend op seks
- De dikke, rijke man maakte allerlei vunzige opmerkingen tegen de jonge vrouw.
Gangbaarheid
- Het woord vunzig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vunzig' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.