scholen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  scholen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxolə(n)/
Woordafbreking
  • scho·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
scholen
schoolde
geschoold
zwak -d volledig

Werkwoord

scholen

  1. overgankelijk aan een opleiding onderwerpen
    • Zij schoolden een aantal van hun werknemers in deze nieuwe techniek. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
schuilen

scholen

  1. meervoud verleden tijd van schuilen
    • Wij scholen. 
    • Jullie scholen. 
    • Zij scholen. 

Zelfstandig naamwoord

scholen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord school

Gangbaarheid

  • Het woord scholen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.