schuilen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schui·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zich verbergen’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schuilen
school
schuilde
gescholen
geschuild
klasse 2

zwak -d

volledig

Werkwoord

schuilen

  1. inergatief zich verbergen
    • Hij schuilt achter een boom. 
    • Zij scholen onder een brug voor de plotselinge stortbui. 
  1. inergatief, (figuurlijk) ongezien aanwezig zijn
    • Het gevaar schuilt ergens in de grote buitenwereld.[3] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schuilen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.