nascholen
Nederlands
Woordafbreking
- na·scho·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na bw en scholen ww
Werkwoord
nascholen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nascholen |
schoolde na |
nageschoold |
zwak -d | volledig |
- extra onderwijs volgen na het voltooien van een opleiding
- We zien aan de vraag naar voortgezette cursussen dat steeds meer mensen verstandig worden en zich na het behalen van hun rijbewijs, laten nascholen. Dan kun je in het voorjaar met een veilig gevoel weer opstappen." [1]
Gangbaarheid
- Het woord nascholen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nascholen' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.