schaken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scha·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘een vrouw ontvoeren’ voor het eerst aangetroffen in 1181 [1]
  • afgeleid van schaak met het achtervoegsel -en [2] [3] [4]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schaken
schaakte
geschaakt
zwak -t volledig

Werkwoord

schaken

  1. (spel) inergatief het spel schaak spelen
  2. overgankelijk ontvoeren (vooral m.b.t. vrouwen, ook in de zin van: een meisje inpalmen)
Hyponiemen
  • afschaken, blindschaken, computerschaken, ontschaken, overschaken, simultaanschaken, snelschaken
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.