schaakbord
![](../I/m/Ausgeschnitten.jpg)
Een schaakbord.
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schaakbord (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈsχagbɔrt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈsxagbɔrt/
Woordafbreking
- schaak·bord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schaak en bord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schaakbord | schaakborden |
verkleinwoord | schaakbordje | schaakbordjes |
Zelfstandig naamwoord
schaakbord o
- (schaak) een vierkant bord met 64 donkere en lichte vakjes waarop schaak gespeeld wordt
- Hij zette het schaakbord vast klaar voor een potje schaak dat hij vanavond met zijn vader zou spelen.
Vertalingen
1. een vierkant bord met 64 donkere en lichte vakjes waarop schaak gespeeld wordt
|
Gangbaarheid
- Het woord schaakbord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schaakbord' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.