sax
![]() |
Nederlands
![](../I/m/Tenorsax.jpg)
1. blaasinstrument in de vorm van een S-vormige, breder wordende buis
Woordafbreking
- sax
Woordherkomst en -opbouw
- m: (verkorting) van saxofoon [1]
- o: van Middelhoogduits saks "mes, kort zwaard", cognaat met Duits Sachs en Engels sax / seax [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sax | saxen |
verkleinwoord | saxje | saxjes |
Zelfstandig naamwoord
sax m
- (muziek) blaasinstrument in de vorm van een S-vormige, breder wordende buis met kleppen, aangeblazen met een riet
- Sleutelaar speelde sax in een jazzbandje, croonde ook daarbij. [3]
![](../I/m/Seax_with_replica.jpg)
1. lang mes: bodemvondst en replica
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sax | (saxen) |
verkleinwoord | - | - |
Gangbaarheid
- Het woord sax staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sax' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
Zweeds
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- sax
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.