sap

sap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sap    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sap
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vocht’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord sap sappen
verkleinwoord sapje sapjes

Zelfstandig naamwoord

sap o

  1. (drinken) vloeibare substantie (vocht) meestal afkomstig van planten en dan vaak gebruikt om te drinken
    • De sappen van de rubberboom worden afgetapt. 
    • Bij het ontbijt drinken we sinaasappelsap. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.