sappig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sap·pig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van sap met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen sappigsappigersappigst
verbogen sappigesappigeresappigste
partitief sappigssappigers-

Bijvoeglijk naamwoord

sappig

  1. vol met sap
    • Hij zat een sappige perzik te eten. 
  1. overdrachtelijk vol opwindende details
    • De journalisten waren er als de kippen bij om dat sappige verhaal openbaar te maken. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sappig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.