zoetsappig
Nederlands
Woordafbreking
- zoet·sap·pig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘geveinsd vriendelijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1784 [1]
- Samenstellende afleiding van zoet en sap met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zoetsappig | zoetsappiger | zoetsappigst |
verbogen | zoetsappige | zoetsappigere | zoetsappigste |
partitief | zoetsappigs | zoetsappigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zoetsappig
- overdreven (onecht) vriendelijk
- Kleutertjes houden veel van zoetsappige verhaaltjes over kaboutertjes en elfjes.
Gangbaarheid
- Het woord zoetsappig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zoetsappig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.