sandaal
Nederlands
Woordafbreking
- san·daal
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schoeisel’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
- [2] Herkomst: Portugees, letterlijk: 'sluier' [2]
[1] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | sandaal | sandalen |
verkleinwoord | sandaaltje | sandaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
sandaal v
Vertalingen
1. schoeisel
Gangbaarheid
- Het woord sandaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sandaal' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "sandaal" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.