ruilen
![](../I/m/Swapping_apples.svg.png)
Ruilen.
Nederlands
Woordafbreking
- rui·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘verwisselen’ voor het eerst aangetroffen in 1506 [1]
- afgeleid van ruil met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ruilen |
ruilde |
geruild |
zwak -d | volledig |
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ruilen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ruilen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.