inruilen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·rui·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inruilen
ruilde in
ingeruild
zwak -d volledig

Werkwoord

inruilen

  1. overgankelijk ~ tegen: iets ouds verkopen terwijl men een nieuwe versie koopt
    • Hij heeft zijn auto gisteren ingeruild tegen een spiksplinternieuwe. 
Afgeleide begrippen
  • inruilwaarde
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord inruilen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.