rugzak

Een jongen met een rugzak.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rug·zak
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘op de rug gedragen zak’ voor het eerst aangetroffen in 1924 [1]
  • samenstelling van  rug   en  zak  
enkelvoud meervoud
naamwoord rugzak rugzakken
verkleinwoord rugzakje rugzakjes

Zelfstandig naamwoord

rugzak m

  1. een tas die op de rug gedragen wordt met behulp van draagriemen
Synoniemen
Verwante begrippen
  • rugzaktoerisme
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rugzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.