radiaal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·di·aal
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘straalboog’ voor het eerst aangetroffen in 1918 [1]
  • afgeleid van het Latijnse radius (straal) met het achtervoegsel -aal [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord radiaal radialen
verkleinwoord radiaaltje radiaaltjes

Zelfstandig naamwoord

radiaal v / m

  1. (wiskunde), (eenheid) de SI-eenheid voor een hoek per definitie gelijk aan de grootte van een middelpuntshoek van een cirkel waarvan de lengte van de boog gelijk is aan de lengte van de straal (radius)
Verwante begrippen
Vertalingen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen radiaalradialerradiaalst
verbogen radialeradialereradiaalste
partitief radiaalsradialers-

Bijvoeglijk naamwoord

radiaal

  1. straalsgewijs
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord radiaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.