tangentieel
Nederlands
Woordafbreking
- tan·gen·ti·eel
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tangentieel | tangentiëler | tangentieelst |
verbogen | tangentiële | tangentiëlere | tangentieelste |
partitief | tangentieels | tangentiëlers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
tangentieel
- met de raaklijn samenhangend
- met betrekking tot de tangens
Gangbaarheid
- Het woord tangentieel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tangentieel' herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.