politieagent
Nederlands
Woordafbreking
- po·li·tie·agent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van politie en agent
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | politieagent | politieagenten |
verkleinwoord | politieagentje | politieagentjes |
Zelfstandig naamwoord
politieagent m
- (beroep) een persoon die belast is met hulpverlening en met de handhaving van de openbare orde en veiligheid
- De politieagent bracht het weggelopen kind terug naar zijn ouders.
Vertalingen
1. een persoon die belast is met hulpverlening en met de handhaving van de openbare orde en veiligheid
Gangbaarheid
- Het woord politieagent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'politieagent' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.