diender
Nederlands
Woordafbreking
- dien·der
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘politieagent’ voor het eerst aangetroffen in 1866 [1]
- Naamwoord van handeling van dienen met het achtervoegsel -der [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diender | dienders |
verkleinwoord | diendertje | diendertjes |
Hyponiemen
- hofdiender, metserdiender
Gangbaarheid
- Het woord diender staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'diender' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.