ouders

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ouders    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈʌʊ̯.dərs/, (nevenuitspraak als bijvoeglijk naamwoord) /ˈʌʊ̯.β̞ərs/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈɔʊ̯.dərs/
    • (Limburg): /ˈaʊ̯.dərs/
Woordafbreking
  • ou·ders

Bijvoeglijk naamwoord

ouders

  1. partitief van de vergrotende trap van oud

Zelfstandig naamwoord

ouders mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ouder
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ouders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.