poetsen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: poetsen (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈputsə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈputsə(n)/
Woordafbreking
- poet·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
poetsen |
poetste |
gepoetst |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
poetsen
- overgankelijk door middel van wrijven zaken schoner maken
- Hij zou de wieldoppen nog poetsen, want die waren behoorlijk smerig.
Hyponiemen
- afpoetsen, oppoetsen, overpoetsen, schoonpoetsen, tandenpoetsen, uitpoetsen, verpoetsen, wegpoetsen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord poetsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'poetsen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.