oppoetsen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·poet·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
oppoetsen
poetste op
opgepoetst
zwak -t volledig

Werkwoord

oppoetsen

  1. overgankelijk iets door poetsen een betere aanblik geven
    • De kurassen waren voor de heuglijke gelegendheid glimmend opgepoetst. 
  1. overgankelijk overdrachtelijk iets een opknapbeurt geven
    • Die cursus mag best best wel eens wat opgepoetst en gemoderniseerd worden. 

Gangbaarheid

  • Het woord oppoetsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.