patholoog
Nederlands
Woordafbreking
- pa·tho·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | patholoog | pathologen |
verkleinwoord | patholoogje | patholoogjes |
Zelfstandig naamwoord
patholoog m
- (beroep), (medisch) een medisch specialist die de oorzaken, de aard en de veranderingen van het lichaam bestudeert en aan de hand van die gegevens de ziekte achterhaalt. Deze zetelt ook in een rechtbank, voert onderzoek in het mortuarium, waar hij de lijken opensnijdt en ontleedt.
- Wat doet een patholoog precies?
Synoniemen
- ziektekundige
Hyponiemen
- fytopatholoog, paleopatholoog, psychopatholoog, radiopatholoog, taalpatholoog
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een medisch specialist die de pathologie beoefent
Gangbaarheid
- Het woord patholoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'patholoog' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.