passend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pas·send

Deelwoord

deelwoord
onverbogen passend
verbogen passende
vervoeging van
passen

passend onvoltooid deelwoord van passen

  1. bijwoordelijk gebruikt
    • Wij zijn op zoek naar geschikte mensen, passend in ons team. 
    • Al passend en metend kwamen we erachter dat er niets van klopt. 
  1. attributief gebruikt:
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen passendpassenderpassendst
verbogen passendepassenderepassendste
partitief passendspassenders-

Bijvoeglijk naamwoord

passend [1]

  1. geschikt voor iets of iemand
  2. zo zijnde als het hoort
    • Het was een dramatisch en passend slot van het seizoen. 
    • Een goed passende schoen is essentieel. 
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • passend onderwijs, passendheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord passend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.