overlaat
Een stuw of overlaat bij Raymore Park Toronto, Canada
Een verstelbare stuw of overlaat in de Nieuwe Oelerbeek, Overijssel
Nederlands
Woordafbreking
- over·laat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van over en laat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overlaat | overlaten |
verkleinwoord | overlaatje | overlaatjes |
Zelfstandig naamwoord
overlaat m [1]
- (waterstaat) een stuw, of het laagste gedeelte van een waterkering, waar het water bij een bepaalde waterhoogte overheen kan stromen
- Het water zal in geval van nood via de overlaat in het waterbergingsgebied stromen.
Afgeleide begrippen
- overlating
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overlaten |
overlaat
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlaten
- ... dat ik overlaat.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlaten
- ... dat jij overlaat.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlaten
- ... dat hij overlaat.
Gangbaarheid
- Het woord overlaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.