waterpeil
Nederlands
Woordafbreking
- wa·ter·peil
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | waterpeil | - |
verkleinwoord | - | - |
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | waterpeil | waterpeilen |
verkleinwoord | waterpeiltje | waterpeiltjes |
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van water en peil
Zelfstandig naamwoord
waterpeil o
- de hoogte van het water, de waterhoogte
- Het waterpeil is momenteel erg laag.
- een instrument om de waterhoogte te meten
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord waterpeil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'waterpeil' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.