waterpeil

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·peil
1 enkelvoud meervoud
naamwoord waterpeil -
verkleinwoord - -
2 enkelvoud meervoud
naamwoord waterpeil waterpeilen
verkleinwoord waterpeiltje waterpeiltjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

waterpeil o

  1. de hoogte van het water, de waterhoogte
    • Het waterpeil is momenteel erg laag. 
  1. een instrument om de waterhoogte te meten
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord waterpeil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.