order
Nederlands
Woordafbreking
- or·der
Zelfstandig naamwoord
order v/m/o
- een verzoek om diensten of goederen te leveren
- Hij had een order geplaatst voor een nieuwe wasmachine.
- verplicht uit te voeren opdracht zonder enige tegenspraak
- Hij kreeg orders van zijn baas om de zaak verder met rust te laten.
Synoniemen
- [1] bestelling
- [2] bevel
Verwante begrippen
- [1] aanvraag
- [2] bevelschrift, gebod, instructie, sommatie, verordening
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- orderbevestiging, orderboek, orderbrief, orderpapier, orderportefeuille, ordersteun
Uitdrukkingen en gezegden
- Tot nader order
tot een later bevel (oftewel 'voorlopig')
Vertalingen
1. een verzoek om diensten of goederen te leveren
2. verplicht uit te voeren opdracht zonder enige tegenspraak
Gangbaarheid
- Het woord order staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'order' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Engels
Zelfstandig naamwoord
order
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to order |
he/she/it | orders |
verleden tijd | ordered |
voltooid deelwoord |
ordered |
onvoltooid deelwoord |
ordering |
gebiedende wijs | order |
Afgeleide begrippen
- oderable
- oderer
- oderless
Zweeds
Woordafbreking
- or·der
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van de Zweedse zelfstandige naamwoorden morgon en bön
Naar frequentie | 644 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | order | ordern | order | orderna |
genitief | orders | orderns | orders | ordernas |
Synoniemen
- [1-2]: befallning
- [3]: beställning
Synoniemen
|
|
|
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.