olijkerd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • olij·kerd
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van olijk met het achtervoegsel -erd
enkelvoud meervoud
naamwoord olijkerd olijkerds
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

olijkerd m [1]

  1. een grappig en slim persoon
    • Net als Killer Mike en El-P van Run the ­Jewels wikkelen de twee olijkerds graag wat humor rond hun scherpe tongen. [2] 
    • De all-time olijkerd Jan Rot noemt zich in het jongerenprogramma Sex met Angela 'hotero', want hij vindt die scheiding tussen hetero en homo maar kunstmatig [3] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord olijkerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard WOENSDAG 24 MEI 2017
  3. Volkskrant 17 december 1994
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.