paljas
Nederlands
Woordafbreking
- pal·jas
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hansworst’ voor het eerst aangetroffen in 1816 [1]
- van het Franse paillasse, (strozak) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paljas | paljassen |
verkleinwoord | paljasje | paljasjes |
Afgeleide begrippen
- paljasachtig
Gangbaarheid
- Het woord paljas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'paljas' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.