noordpool
Nederlands
Woordafbreking
- noord·pool
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van noord en pool
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | noordpool | noordpolen |
verkleinwoord | noordpooltje | noordpooltjes |
Zelfstandig naamwoord
noordpool v/m
- (aardrijkskunde) het uiteinde van de aardas op 90 graden noorderbreedte
- Een kompasnaald wijst met z'n zuidpool naar de magnetische noordpool van de aarde.
- (natuurkunde), (techniek) het punt van een magneet waar de veldlijnen naar buiten komen
- Iedere magneet heeft een zuid- en een noordpool.
- (natuurkunde), (techniek) het uiteinde van de as van een omwentelingslichaam, of van een elektrische geleider, dat door het hulpmiddel van de zg. “rechterhandregel” als noordpool wordt aangewezen
- De magnetische noordpool van de aarde valt niet precies samen met de geografische.
Verwante begrippen
Vertalingen
1,2,3. noordpool
Gangbaarheid
- Het woord noordpool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'noordpool' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.