netvlies
Nederlands
Woordafbreking
- net·vlies
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van net en vlies
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | netvlies | netvliezen |
verkleinwoord | netvliesje | netvliesjes |
Zelfstandig naamwoord
netvlies o
- (anatomie) een vlies aan de binnenkant van het oog waarop een beeld wordt gevormd
- Het netvlies was bij hem beschadigd.
Vertalingen
1. een vlies aan de binnenkant van het oog waarop een beeld wordt gevormd
Gangbaarheid
- Het woord netvlies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'netvlies' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.