nering
Nederlands
Woordafbreking
- ne·ring
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘bedrijf, broodwinning’ voor het eerst aangetroffen in 1277 [1]
- afgeleid van het nu niet meer gebruikte ww. 'neren' (voeden) met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nering | neringen |
verkleinwoord | nerinkje | nerinkjes |
Verwante begrippen
- commercie, handel, koophandel, koopmanschap, negotie, transactie, zaak
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord nering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'nering' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "nering" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- nering op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.